



| |
Voornaamste bronnen
P.Van De Walle,
Wikipedia
Oude Tijden
De meeste eenheden hadden een natuurlijke oorsprong.
Voor lengtematen was dat meestal het menselijke lichaam (duim, hand, handspan,
onderarmlengte, stappen...). De gerstekorrel was
één van de vroegste maten voor gewicht (en lengte) en gaf zijn
oorsprong aan de "grein" (het gewicht van één zaadkorrel uit het midden van
een aar gerst).
Ook de tarwekorrel werd op eenzelfde
manier gebruikt als referentie.
Elk volk maakte zijn eigen ijkmaten uit
steen en metaal.
|
1 grein = 1 gerstekorrel
= 64,8 milligram |
|
1 duim = 3
gerstekorrels op rij = 25,4 millimeter |
|
Noot: 20 grein gerst korrels = 24 grein
tarwe korrels |
|
|
Romeinse Tijd
De Romeinse eenheden waren gebaseerd op de Griekse met Egyptische invloeden.
Gewichten
De geijkte eenheden stelden ook hier een
systematisch probleem alhoewel men pogingen deed standaarden vast te leggen
voor het ganse Romeinse Rijk.
De dragma was de basismunt sinds het oude
Griekenland en op een gegeven ogenblik tevens het standaardgewicht. Dragma
betekent "handvol" en refereert naar het feit dat 6 obolen een hand vulden. Obolus betekent eigenlijk "ijzeren staafje" in het oud Grieks. Zo'n
gegoten metalen
staafjes (oboloi) werden dikwijls gegeven als symbolisch offer aan de
tempel en gaan terug tot 1100 VC.
De "pond" is als gewicht en als muntbenaming
in gebruik sinds de Romeinse tijd (1 pundus = 1 libra, vandaar de afkorting
£). Zo ook de dragma later verbasterd tot dinar, dirham, dram e.a.
Er was een sterke binding tussen munt- en
gewichtsstandaarden maar het muntgewicht van de standaardmunten (o.a. de
denarius) alsook hun gehalte aan edel metaal nam stelselmatig af en
ontkoppelde zich van de gewichtsmaten.
|
Latijnse naam
|
In
drachma
|
+/- Gram
|
chalcus, chalkoi
|
1/48
|
0,071
|
siliqua
|
1/18
|
0,189
|
obolus
|
1/6
|
0,568
|
scrupulum
|
1/3
|
1,136
|
drachma
|
1
|
3,408
|
sicilicus
|
2
|
6,816
|
uncia
|
8
|
27,264
|
libra, as
|
96
|
327,168
|
mina
|
128
|
436,224
|
talent |
7680 |
26173,44 |
De Romeinen legden hun
gewichtsverhoudingen vast
zoals in de tabel wordt aangegeven. De libra, ook soms as genoemd, komt hier overeen
met 5050 grein.
Het verdeelsysteem in twaalfden (oncen)
zou van de Etrusken afkomstig zijn en de Romeinen gebruikten het ook om
allerlei andere eenheden in te delen. |
Volumes De Romeinse natte maten
worden hiernaast gegeven. De amphora komt overeen met een Romeinse kubieke
voet. Die voet zou ongeveer 29,6 cm bedragen hebben.
|
Latijnse naam |
In sesters |
+/- Liters |
ligula
|
1/48
|
0,01125
|
cyathus
|
1/12
|
0,045
|
sextans
|
1⁄6
|
0,09
|
triens
|
1⁄3
|
0,18
|
hemina
|
1⁄2
|
0,27
|
cheonix
|
2/3
|
0,36
|
sextarius
|
1
|
0,54
|
congius
|
6
|
3,5
|
urna
|
24
|
13
|
amphora
|
48
|
26
|
culleus
|
960
|
520
|
|
|
|
Middeleeuwen
Het feodale tijdperk bracht terug meer chaos in de eenheden.
Gewichten
De Romeinse verhoudingen bleven lang geldig maar
de toepassing had te lijden aan een gebrek aan ijkingstandaarden die
verschilden van streek tot streek.
Karel De Grote voerde in 789 de "pile" in
voor gans Francië, een reeks geijkte gewichten, onder de vorm van koperen of
tinnen bekers die in elkaar pasten en dienden om munten met grote waarden te
wegen met een balans. Door de gewichten onder te verdelen in de reeksen 14,
8, 4, 2, 1 konden tussenliggende gewichten worden samengesteld tot 25 pond.
De "marc" refereert naar een munteenheid die bij de Germanen in gebruik was.
Dit systeem gaf eveneens aanleiding tot het TROY
systeem, genoemd naar de Franse markt
van Troyes waar Engelse kooplui reeds handel dreven in de tijd van Karel De
Grote. Het is gebaseerd op de Troy pond bevattende 5760 grein en
dat werd onderverdeeld in 12 Troy ons.
De pile bleef in gebruik in Spanje en Noord-Europa
en was dus gebaseerd op een pond bevattende 16 (Troy) ons.
Met het feodale tijdperk was het daarna
weer echter ieder voor zich en pogingen om algemene standaarden in te voeren
mislukten.
De pond kon dus nogal eens verschillen ...
bijvoorbeeld van Gent 430g tot Amsterdam 494g.
Apothekers verdeelden het Troy ons in 8 dragma die elk 3 scruples bevatten.
Dat systeem wordt heden ten dage nog gebruikt, ook voor het wegen van edele
metalen.
Andere gewichtsmaten in gebruik te Brugge
op het einde van de 13e
eeuw:
 |
Maat voor boter: wage = 83,5 kg
|
 |
Maat voor kaas: wage = 20 sestendelen = 60,6
kg |
|
De Pile van Karel De
Grote |
+/-
Gram |
Pond (pois de marc) =
2 marcs = 16 ons |
497,7 |
Marc = 1/2 pond = 64 gros
= 8 ons |
248,82 |
Quarteron = 1/4 pond = 32
gros = 4 ons |
124,41 |
Gros = 3 deniers = 1
dragma |
3,89 |
Denier = 20 grein =
1 scrupel |
1,296 |
Het Troy systeem |
+/-
Gram |
Pond = 16 Troy ons = 32
loot = 7680 grein |
497,7 |
Ons = 2 loot = 480 grein |
31,1 |
Loot = 4 dragmas = 240
grein |
15,52 |
|
|
Troy pond = 12 Troy ons |
373,24 |
Ons = 20 pennyweight = 8
dragmas = 480 grein |
31,1 |
Pennyweight = 24 grein |
1,552 |
Dragma = 60 grein = 3 scrupels |
3,89 |
Scrupel/ Schorpele
= 20 grein |
1,296 |
|
|
Grein |
0,065 |
"Apotekers oft medicinael gewichten
(volgens de Costuymen van Brussel): een pond medicinaal = 12 oncen; een half
pond = 6 oncen; een quart oft vierendeel = 3 oncen; een once = 8 drachmen
oft 2 loot; een loot = 4 drachmen oft 1/2 once; een drachmen = 1/2 sifeijn
oft 3 scrupelen; een scrupel = 10 granen oft 2 obolen; een obole = 3
siliquen; een silique = 4 greijnen; een greijn oft een aesken = 1 terwe
graen; de 24 volkomen terf graenen = 1 scrupel; 3 scrupelen = 1 drachme; 8
drachmen = 1 once; 12 oncen = 1 pond."
bron |
Volumes
Maten verschilden eveneens
volgens streek en de aard van de inhoud zoals wijn, bier, melk etc...
zowel in benaming als juiste inhoud.
De opgegeven (natte) maten zijn dan ook
slechts benaderend maar wel richtinggevend voor gebruik in de keuken.
Andere (droge) maten in gebruik o.a. te Brugge
(eind 13e eeuw):
 |
Maat voor graan: de hoet = 4 maten = 16
vierendelen = 32 spinten = 128 eltkens . 1 Hoet voor koren+/-166-172
liter. 1 Hoet voor haver= 198,5 liter
|
 |
Maat voor haring:
ton = 1000 à 1200 stuks |
In andere delen van het land o.a. het Land
van Waas werd de graanmaat voor 1554 gemeten in "zakken" (111,8 l).
1 mud = 6 zakken = 12 halsters = 24 veertellen = 48 meukens = 96 achtelingen
= 384 pinten |
Vloeistoffen |
+/-
Liters |
Pijp = 2
okshoofden |
440 |
Okshoofd = 6 ankers |
220 |
Aam = 4
ankers |
140 |
Anker = 16
stopen of gelten |
36 |
Stoop/ gelt = 2 potten,
kannen, kroezen, mengelen, mingelen of kwarten |
2,6 |
Pot/ kan / kroes/ mengel/ mingel/ kwart = 2 pinten, badute, sextier of waalopot |
1,3 |
Pint/ badute/ sextier/
waalpot = 2 uperkes |
0,65 |
Uperke |
0,33 |
|
Betaalmiddelen In de Zuidelijke
Nederlanden waren er tot 1690 verschillende ponden in omloop: pond groten
vlaamsch, pond parisis (Parijs pond), pond groten brabants, pond artois of
gulden en pond tournois.
Hiernaast vinden we een benaderende
relatie tussen de munten.
Voor meer detail wordt verwezen naar
gespecialiseerde literatuur. |
1 pond of livre (lb) =
20 schellingen of sous (s) |
1 schelling = 12
penningen of deniers (d) |
|
1 gulden, florin (f) =
20 stuivers, patards (st) |
|
1 pond groten vlaams =
12 pond parisis = 1,5 pond brabants = 6 pond artois = 6 gulden = 7,5
pond tournois |
|
|
|
|
Nieuwe Tijd
Terug meer orde op zaken.
Gewichten
Op het einde van de middeleeuwen wogen in
Engeland pennies
geen pennyweight meer omdat zij met een bepaald systeem werden geslagen dat
een gewicht opleverde van 22,5 grein opleverde in plaats van 24.
In 1527 verbande Henry VII dit "lichte" pond. Hij maakte het Troy systeem
ook officiëel voor munten; zilveren shillings wogen van dan af exact 0,6
Troy ons.
De kleinere gewichten zetten echter hun loopbaan
weer voort in
apotheken en sommige geldzaken maar het Troy pond werd afgeschaft in 1878
ten voordele van het avoirdupois pond met alle afgeleide eenheden
fracties daarvan.
|
1 avoirdupois pond =
7000 grein (453,592 gram) |
1 troy pond = 5760 grein
(373,242 gram) |
Het avoirdupois pond en de troy pond zijn
verbonden door de grein.
Avoirdupois |
In
pond |
+/- Gram |
Dram |
1/256 |
1,772 |
Ons |
1/16 |
28,35 |
Pond |
1 |
453,592 |
Stone (Engels) |
14 |
6,35 |
Quart |
25 |
11,34 |
Honderdgewicht = 4
quarten |
100 |
45,36 |
Ton = 20 honderdgewichten |
2000 |
907180 |
|
Volumes
Zie Middeleeuwen. |
|
Betaalmiddelen
Voor meer detail wordt verwezen naar
gespecialiseerde literatuur. |
|
|
|
Nieuwste Tijd
Gewichten
en volumes
Het Troy systeem bleef tot recent de basis
van de Engelse munt met 12 pennies in een shilling en 20 shilling in de
pond.
Vandaag is het Troy systeem praktisch
verdwenen maar edele metalen worden nog altijd gekwoteerd in Troy ons (1 ons
goud = 31,1034786g zuiver goud).
Het metrisch systeem of
metriek stelsel
werd door de Fransen geproclameerd in 1799 en berust op de aarde en water.
De meter werd gedefinieerd als één veertig miljoenste van de omtrek van de
aarde gemeten over de polen, hetgeen heel wat metingen besloeg om hem
te bepalen. Eén liter water had een massa van 1 kilogram en een volume van
één kubieke decimeter.
Het stelsel gebruikt consistent veelvouden
van 10 in tegenstelling tot vroegere stelsels (deci, deca, milli, kilo
enzovoort).
Het werd door Willem I in 1816 in de
Nederlanden bij wet ingevoerd. |
In 1875 werd het Internationaal Eenheden
Systeem (SI-systeem, afkorting van Système International d'Unités)
overeengekomen in Parijs en de standaard wordt beheerd door het
Bureau International des Poids et Mesures
te Sèvres, Frankrijk. Er zijn regelmatig bijwerkingen: zie hun
website.
De overeenkomst is onderschreven door 48 landen.
In Amerika is vandaag echter nog veel
handel gebaseerd op het avoirdupois-systeem.
Engelse en Amerikaanse duim verschilden nog tot in Juni 1959... |
Betaalmiddelen Na de Franse
revolutie (1792) kwam de frank in omloop. Voor de omrekening moet men
gebruik maken van het
metaalgewicht. |
1 Belgische of Franse
frank = 4,5g zilver = 1 pond tournois = 0,55125 gulden = 0,4725
Nederlandse gulden |
|
1 Nederlandse Gulden
= 9,61 g zilver = 2,1164 frank = 1,166 gulden |
|
|