| |
|
|
|
Deeg met een vulling.
Vermoedelijk een vernederlandsing van het Italiaanse "rabiole" (raap)
verwijzend naar de oorspronkelijke bolle vorm ervan. In de
Middeleeuwen werden ze dikwijls gefrituurd en de vulling kon zowel
hartig als zoet zijn.
(Vergelijk: Italiaanse ravioli, Chinese
won ton, Joodse
kreplach,
Russische pelmeni,
Tibetaanse momo,
Duitse maultasche
...) |
|
|
|
Hoeveelheden
(voorgerecht
- 4 personen) |
|
Voor het deeg: 250g bloem,
1 heel ei, 3 eidooiers, 1 koffielepel neutrale olijfolie, een weinig
water.
Voor de vulling: 200g varkensschouder (karbonaden), 1 eetappel, een
stukje gember, kaneel, peper, saffraan. |
|
|
|
Bereiding |
|
Deeg: de ingrediënten voor het deeg mengen tot een
stevige massa, een uurtje koel laten rusten en dan uitrollen (met een
pastamachientje) tot een dun vel. Het deeg moet voor her rusten soepel
zijn, indien nodig enkele druppels water bijvoegen.
Vulling: ontbeen de karbonaden indien nodig, snijdt ze in kleine
stukjes (+/- 5mm) kruidt met gember, kaneel en peper en bak kort (2
minuten) in een voorverwarmde anti kleefpan. Pureer de helft van het
gebakken vlees samen met de geschilde en ontpitte appel en de saffraan
in de keukenrobot. Meng er dan de andere stukjes vlees onder.
Maak uit het deeg de gewenste recipiënten (zakjes, 2 opeengestapelde
rondjes of vierkantjes...), vul deze met de vulling en zorg ervoor dat
alles goed gesloten is (toevouwen, met eigeel plakken en goed
aandrukken om te verzegelen).
Kook de roffioelen gaar in gezouten water (3 tot 5 minuten volgens
grootte) of frituur ze aan beide zijden in enkele mm olie in een
braadpan. |
|
|
|
Tips
|
|
Neem geen te mager
vlees. |
|
|
|
Drank |
|
Een stevige witte wijn
of een frisse pint. |
|
|
|