(recept nummer)
(recipe number)

 GLOSSARIUM - W
GLOSSARY

waelpuyt
(141, 145, 146, 156, 161)
waelpot

Waalpot: een vochtmaat met dezelfde inhoud als een pint, dat is 0,65 liter. Bevat 2 uperkens.

Liquid mesure equal to 1 pint (more).

__________________
water
(144)

‘heylich water’, naam van een saus bij snoek. Hier is het een zoet-zure gekruide saus, gebonden met lever van snoek. Deze naam is uit het Frans vertaald: eaue benoiste. De betekenis van ‘heylich’ is ons in dit verband niet bekend (Frans: benît ?).

Water.

__________________
waveraet
(15, 64)
waveraten
(15, 16, 23, 136)

Het zelfstandig naamwoord ‘waveraet’ kan betekenen gezouten viswater, pekel, maar kan soms een benaming zijn voor iets wat zou kunnen lijken op het garum uit de Romeinse tijd. Waveraten kan dan betekenen: ‘in ruim vissop koken’, maar ook: ‘in garum laten marineren’.  Waveraet kan ook betekenen: water met zout en azijn. In recept 15 vinden we een bevestiging daarvan: snoek kookt men gewoonlijk in wijn of in half wijn/half water met wat azijn, kortom in een zuur milieu. De oorsprong van het woord is onbekend. Zie ook: natuere.

Water with salt and vinegar to poach fish.

__________________
wermoes
(60)
wermoese
(131)

Warmoes: bladgroente waarmee een gerecht een groene kleur krijgt. Spinazie, een bekende groente in die tijd, wordt in ons kookboek niet expliciet genoemd, maar is in recept 131 een uitstekend kleurmiddel. Door gebruik van wermoes wordt in recept 131 een groene deegwaar, een soort ‘gnocchi' verkregen. Zie daarvoor ook: roffloelen van wermoese. Soms ook snijbiet (Latijn: beta cicla).

Chard, spinach beet, Swiss chard: leaf vegetable used sometimes to obtain green color in a course.

Swiss Chard is probably the most under appreciated of all vegetables. It is vitamin rich and nutritious, and is extremely easy to grow. Swiss chard also tastes good and you can eat both the stalk and the leaves. The leaves can be used as a fresh salad or cooked like spinach. The stalks are cut up and cooked in a variety of dishes.

__________________

wijnsuypen
(84)

 

In dit recept is het een lepelkost bereid uit wijn, verjus en bouillon, gebonden met eidooier en bloem en met vlees gevuld.
Zie ook: candeel.

Caudle, caudell : warm drink or soup made of beer or wine, sometimes with broth and thickened with eggs or flour and flavoured with sugar. Words as coddle and mollycoddle are derived from it. The dish was served to invalids or as a late meal for lovers or friends.

__________________
willoxen
Wulken (kinkhoorn) soort zeeslak.(Latijn: buccinum undatum).

Whelk: kind of seasnail. Recipes date back as far as Apicius.

__________________